De duur van de uitkering is afhankelijk van de zittingsperiode:
Uitkering (art. 132, lid 1):
- Minimaal 2 jaar
- Maximaal 3 jaar en 2 maanden
- Korter dan 3 maanden dan 6 maanden
Voortgezette uitkering op basis van diensttijd en leeftijd (art. 132, lid 2):
Vanaf 1 januari 2016 is de maximale duur gewijzigd:
- 5 jaar of minder op de van toepassing zijnde pensioengerechtigde leeftijd
- voorafgaande periode van 12 jaren, 10 jaar bestuurder.
- Rekening houden met het loopbaanprincipe
Voortgezette uitkering wegens invaliditeit (art. 133a t/m e):
Bij invaliditeit bestaat mogelijk recht op een voortgezette uitkering. De hoogte hangt af van de mate van arbeidsongeschiktheid en de duur van de uitkering is afhankelijk van de leeftijd. De arbeidsongeschiktheid moet meer dan 25% zijn.
Overgangsrecht:
Wanneer het bestuurdersschap voor 1 januari 2016 is gestart kan een overgangsbepaling tot de eerst volgende verkiezingen na 2016 (meestal 2018) gaan gelden.
Deze luidt als volgt:
Tenminste 10 dienstjaren in de afgelopen 12 jaren en bij aftreden mag u maximaal 9 jaren en 7 maanden verwijderd zijn van uw pensioengerechtigde leeftijd. Deze is vastgesteld 5 jaar voor het bereiken van genoemde leeftijd.